Jeugdzorg: ‘you’re not in Kansas anymore’
Sinds een maand mag ik een kijkje nemen in de keuken van de Jeugdzorg. Ik weet dat we, zeker in de zorg, zaken echt niet goed voor elkaar hebben, maar ben toch verrast door de werkelijkheid. Ik voel mij een soort Alice in Wonderland.
Alle jeugd de toekomst; veilig gezond en kansrijk opgroeien
Dit is de missie van de jeugdzorgorganisatie waar ik aan de slag mag met een veranderkoers. Een koerswijziging met als kern om jongeren die nu in de knel zitten, nog beter in de eigen omgeving (zoveel mogelijk thuis) te begeleiden, door specialisatie in effectieve methodieken en inzichten over gedragsverandering en ontwikkeling. De jongeren leren nog beter eigen regie te nemen op hun leven en hun toekomst. Deze koers is niet alleen beter voor de jongeren. Hij is beter voor de professionals, die zich ontwikkelen tot nog competentere gedragsbeïnvloeders. Hij is ook beter voor ons als maatschappij, omdat dit uithuisplaatsingen, dure residenties en jeugdopsluiting beperken. Zaken die enorm duur zijn in de jeugdzorg. Maar ook omdat het potentieel van al deze jongeren behouden blijft en zicht ontwikkelt om straks hun bijdrage te kunnen leveren voor ons allemaal. Een win-win-win-win.
Welkom in Wonderland
Wat ik de afgelopen tijd gezien heb zijn professionals die met hart en ziel hun best doen om deze jongeren in de knel zo goed mogelijk te faciliteren. Ik heb bewondering voor hun doorzettingsvermogen en liefde voor deze doelgroep. Aan de andere kant zie ik een financieringsstructuur met rare incentives, ingegeven door de budgettering vanuit de gemeentes met stevige bezuinigingen, jaar op jaar. Geen idee waar dat miljard van Hugo naar toe gaat, maar niet naar de werkvloer van deze jeugdzorgorganisatie. Geen geld voor de tekorten op de korte termijn en dus geen tijd en middelen voor ontwikkeling, voor maatwerk; alleen maar minder, minder, minder. En tegelijkertijd een doorgeschoven financiële claim naar de toekomst bij de jongeren en de medewerkers. Waar is de gezamenlijke belang voor onze jongeren?
Ik zie mensen die, door de enorme druk die dit legt, terugvallen op overlevingsstrategieën in deze onmogelijke opgave. Ik zie de duurzame inzetbaarheid van mensen zwaar onder druk, met nog mee druk voor de mensen die overeind blijven. Ik zie mensen die de jeugdzorg ‘vaarwel’-zeggen voor hun eigen veiligheid en gezondheid. Een MT dat dweilt met de kraan open en zo bezig wordt gehouden om buiten de lekken te dichten, dat er nauwelijks tijd en aandacht overblijft voor de zaken die er echt toe doen: de transformatie naar veilig, gezond en kansrijk opgroeien, ook voor alle medewerkers in de jeugdzorg. En diezelfde stress en spagaat zie ik bij de jongeren waar het om gaat. Maar hoe kun je deze groep werkelijk ondersteunen vanuit een jeugdzorgsysteem in Nederland wat zelf niet veilig, gezond en kansrijk is?
Tijd voor overvloed – echte aandacht
De opdracht aan Alice wordt langzaamaan helder. Hoe paradoxaal ook, maar vertragen om te versnellen. Vertragen om weer bewust aandacht te hebben voor elkaar, bewust aandacht geven aan wat goed gaat, erkennen wat er is, begrenzen in wat wel en niet prioriteit heeft en tijd voor ontwikkeling van mensen en de organisatie. Met een heldere koers. De balans tussen geven en nemen herstellen. Aandacht geven aan wat mag groeien.
En de Missie de Baas: focus op het grotere geheel. Duurzaam en hoopvol. Een veilig, gezond en kansrijk perspectief voor de jongeren, de medewerkers uit de jeugdzorg en de maatschappij als geheel.
Win, win, win, win!
En ook Alice moet begrenzen: aandacht geven aan de mensen en vertrouwen dat anderen met echte aandacht en een duurzame focus de organisatiestructuren en absurde financieringsstructuren in de zorg aanpakken.
Klein is het nieuwe groot!
Tags: aandacht, klein is het nieuwe groot, missie de baas, transformatie, verwonderen
Zeer herkenbaar Caroline. Een vergelijkbare ervaring met die van mij afgelopen jaar in een jeugdzorginstelling. Mensen die er met hart en ziel voor de goede zaak werken, maar die soms schier onmogelijke opdrachten mee krijgen. Ingegeven door beleid van hoger af, een politieke laag die het contact met de werkvloer lijkt te zijn verloren. Ik heb het allemaal van dichtbij mee mogen maken, met vreugdevolle en hartverwarmende momenten en evenzoveel frustratie.